Ziek, zieker, ziekst
Harold pakt de auto in zijn eentje in, ik zit met mijn ziel onder mijn arm op een stoel. Mijn kop knalt uit elkaar, mijn lichaam wil van alles maar het kan niet beslissen welke uitgang voorrang heeft. Er moeten wat reparaties verricht worden en vanwege het timmeren besluit ik maar aan de andere kant van de auto te gaan zitten wachten tot ik ofwel doodga, danwel me beter ga voelen. Alleen aan die kant van de auto hebben ze net verzonnen hoe ze een elektrische boormachine kunnen aansluiten op een omvormer zonder de zekeringen te laten klappen en ze proberen nu een gat te boren in een stuk staal. Geen idee waarom, maar het doet ZO’N pijn in mijn kop…Als we uiteindelijk wegrijden om 09:15 uur ben ik echt helemaal niets waard. Na 30 seconden rijden vinden we uiteraard de “camping” waar we gisteren eigenlijk naar opzoek waren, maar onze vermoedens worden bevestigd: de facilitaire voorzieningen zijn niet veel beter dan het hurken in het zand dat wij gedaan hebben. Overigens is de route terug dezelfde als dat we gekomen zijn, en blijkt dat we op 3 meter naast die enorme rots hebben gereden… toch niet gezien!We stuiteren ons een weg door waanzinnig mooie duinen en ik probeer in leven te blijven, tenminste: zo voelt het. Al snel komen we langs een monument van groep 1: een achtergebleven vouwwagen. Als aasgieren duiken er een aantal op af voor de reserveonderdelen en ik doneer weer wat aan de woestijn. Uit ellende stap ik maar achterin bij de Tandartsen waar ik een beetje kan liggen op hun bagage. Ik probeer me te ontspannen en met mijn ogen dicht te overleven terwijl we door de mooiste duinen ter wereld rijden. Na een uur of twee voel ik me eindelijk weer wat beter en als we voor de zoveelste keer moeten stoppen omdat de Isuzu van Joleo weer eens stuk is stap ik weer in bij Harold. Ik wil gewoon in mijn eigen karretje, met mijn eigen teammaat deze route rijden!
De Aanleggers weten ons midden in deze oneindige leegte toch weer te verassen. Gisteravond trokken ze al tot onze grote verbazing een fles rode wijn uit de auto. Dat ze die bij zich hadden verbaasde ons eigenlijk niet eens meer, na de golfclubs. Maar die wijnglazen… dat verwachtten we niet! En nu, nog geen 12 uur later weten ze me weer te verassen. De radiator is lek bij Joleo, dus Mohammed de gids probeert hem te repareren en Ben van de aanleggers ziet een mogelijkheid om hier, midden in de Sahara, een verse uiensoep te bereiden. En niet uit blik… verse ingedriënten! OK, ik ben ziek, dus misschien is het een Fata Morgana, maar kom… hoe verzin je het?
Na een uurtje heeft Mohammed het voor elkaar om de radiator te repareren met enkel een beetje water, wat zeepsop en een punttangetje… Ik krijg diep, diep respect voor die jongen.
42km. We pompen de banden weer op naar 2.0 bar en we hebben de duinen gehad. De Isuzu heeft het ook helemaal gehad, de motor kookt nu voor de 4e keer en gaat steeds vreemder roken. Radiator lek, koppakking niet lekker, uitlaat weg, bullbar & bumper los en het vliegtuigje zocht een veilig heenkomen in de beschermkap onder de motor. Nu gaan we hem slepen, morgen garage en als dat niet werkt gaan we ‘autonasie’ overdenken. Zelf voel ik me weer iets beter na een dutje in de achterbak van de Patrol, iedereen helpt me met goed advies, Lakrisal, Dextro Energy, water, APC en vers fruit. Ik ben geïmponeerd door de steun. De appel en de mandarijn zijn de lekkerste ooit en Bløf brengt een traan op mijn wang. “Abraca me”. Herinneringen en wensen worden me even teveel. Ik zit er doorheen en ik weet het. Als Harold vraagt of we de extreme route moeten laten schieten reageer ik fel. We GAAN! Opgeven wil ik niet aan denken. Morgen rustdag, dan zien we wel weer verder.
Leonie maakt zich zorgen om me en doneert haar laatste fruit. Ik maak me eigenlijk meer zorgen om haar, zij zit er na 2 dagen vol problemen en een onzeker perspectief (haalt die auto het wel??) er ook helemaal doorheen.
Samen uit…
Ook de tandartsen hebben nu een klein schadegevalletje: hun imperiaal is afgebroken. Al vanaf Amsterdam kraakt dat ding enorm, na 5000 km en 2 dagen extreem heeft het echt de geest gegeven. Op het dak blijken hun stalen rijplaten te liggen, een gigantisch zonnepaneel waarmee ze hun telefoons opladen, 3 reservewielen en 2 oliedrums vol water. Alles behalve het water blijft achter bij de strohutjes, waarschijnlijk zijn dit de eerste Mauretaniërs in de Sahara met zonne-energie. Er is geprobeerd uit te leggen wat het is, maar of ze het snappen? Wij geven onze rijplaten aan de tandartsen nu ze de stalen versie achter moeten laten, wij zullen die dingen niet meer nodig hebben.
In Banjul zien we die dingen wel weer terug…
Schade!
Atâr
Na 5 minuten komt Joris naar buiten met een onwerkelijke blik in zijn ogen en hij komt niet helemaal lekker uit zijn zinnen, maar we begrijpen dat we kamers hebben en dat het belachelijk mooi moet zijn. Een grote poort net even verder in de steeg gaat open en we kunnen de auto’s daar op een besloten binnenplein parkeren. Het is even zeuren om de Isuzu naar binnen te krijgen, maar als dat is gelukt lopen we weer een andere kleine witte deur door en we staan in het Paradijs.
Een helder verlichte, grote binnenplaats vol met kleurige bloemen, een witte marmeren vloer, witte marmeren zuilen en een serene rust wachten op ons… De gang naar de kamers hangt vol met kroonluchters, er staan luie banken en als we de kamer binnen lopen zien we een badkamer… oh heerlijkheid. Snel nog even een foto maken om bewijs te hebben hoe we er nu uitzien en dan douchen… Dit is het eerste bad dat ik zie sinds Spanje, geen jacuzzi dit keer maar ik geniet volop. Een paar kleine problemen nemen we voor lief: er is geen warm water, er is geen stop en als we de douchekop aan willen zetten moeten we de knop vasthouden anders komt het water toch weer uit de kraan. Tijdens het inzepen merk ik nog wat anders: de waterstraal staat gericht op de muur zodat ik me kan inzepen maar het water loopt het bad niet in. Het verdwijnt simpelweg in de kier tussen het bad en de muur… We zitten op de begane grond dus een probleem zal het niet zijn, aan de kalkaanslag te zien is het al even zo!Dat de TV niet werkt, er geen warm water is, het bed half uit elkaar valt als we onze tassen er op gooien en de matrassen spijkerhard zijn boeit helemaal niets want het mooiste komt nog: Een zittoilet. Zelden heb ik zulke tevreden geluiden uit een badkamer gehoord: Harold zit.
Na een uurtje poedelen en scheren verzamelen we weer en gaan we naar een restaurant dat ons aangeraden wordt. We hebben gewoon gevraagd om het beste restaurant in de stad en dat blijkt een klein Frans restaurantje te zijn, dat gerund wordt door een zeer vriendelijke Française van een jaar of 60 oud. Het is een kleine binnentuin dat half overdekt is met stromatten. Er staan maar een stuk of 5 tafeltjes en er zitten 2 andere groepjes te eten. Heerlijk rustig, vriendelijke bediening en het moet gezegd worden want verder hebben we dit in dit land nog niet gezien: de bediening werkt echt hard! Het eten was werkelijk verrukkelijk, een salade vooraf, het hoofdgerecht een risotto met viskroketjes en als toetje Crêpes met appelcompote. Fabelachtig lekker…
Nu kruip ik in mijn bed en ga terugdenken aan een zeer bijzondere dag waarin ik teveel heb meegemaakt. Of ik stort in slaap, kan ook.
<<Dag 12<< | Voorblad Dagboek | >>Dag 14>> |