Dag 11; Rustdag

Ik ben er vannacht maar weer eens uitgegaan voor een pitstop, het is feest van binnen. We hebben een aantal dagen geleden al de verschillende stadia van innerlijke onrust in verschillende categorieën verdeeld, eerlijk gezegd weet ik niet of het een bestaande verdeling is, iets wat al lang geleden verzonnen is in Afrika, of iets wat binnen ons groepje is ontstaan… maar het is wel vrij accuraat. En het geeft ons een manier om ietwat ranzige details op een beschaafd niveau te bepraten, dus hier volgt het dan;
De Verschillende Alarmfases van Diarree!

Alarmfase 0: Normaal Nederlands Niveau, niets aan de hand.

Alarmfase 1: De ontlasting is niet meer geheel van het niveau ‘boomstam’, maar om je er nu ongerust over te maken… niets aan de hand eigenlijk. Maar om nu echt gerust te zijn… nee.

Alarmfase 2: De samenhang van de ontlasting is verdwenen, het wordt meer een soort klonterige hopjesvla. Je voelt je niet helemaal rustig meer als je aandrang hebt, maar je kan het nog best even volhouden tot het volgende tankstation. Maar ook NIET langer!

Alarmfase 3: OK, je bent nu serieus in de problemen. Schuivelen op de stoel, het laatste stukje naar het toilet lopen is spannend want je wilt wel rennen maar je durft je bilspieren niet te ontspannen. En je krijgt kippenvel als je ziet dat er nog iemand staat te wachten. De ‘daad’ zelf verloopt voorspoedig, binnen 2 seconden ben je klaar. Een natte scheet en alles is weg.

Alarmfase 4: De sluitspier is verandert in een spuitspier. Rennen is de enige optie die je hebt, als er wachtenden zijn neem je de wasbak of het urinoir. Maar ja, rennen resulteert in voortijdige lozing… Houdt dit 2 dagen vol en je bent uitgedroogd, Immonium is je enige redding.

Denk je nu je dit gelezen hebt eens in hoe een gemiddeld campingtoilet eruit zal zien als er maar 4 zijn en er zijn -afgerond- 100 mensen waar er toch zeker 75 van in fase 2 of erger verkeren.

En denk je DAN eens in hoe dat eruit ziet als je om 3 uur ’s nachts richting toilet strompelt met een alarmfase 3 en je ziet dat toilet op je nuchtere, slaapdronken maag.

Ik was niet blij.

En denk je dan eens in dat die toiletten ook in gebruik zijn als douche.

Er waren nog veeeel meer mensen NIET blij!

We hebben vandaag een beetje ‘vrij’, er zijn geen problemen aan auto’s, althans, geen problemen die we kunnen repareren. Het team van Tata Power heeft grote problemen, de versnellingsbak is gescheurd en laat die nu eens niet van staal zijn maar van een aluminiumlegering… Staal kunnen ze hier veel mee, maar aluminium… Helaas moeten ze opgeven, de auto moet achterblijven. Zelf rijden ze mee met twee andere teams, de KRO-peugeot 205 cabrio en de Mercedes van de ‘Bonte Vivanten’. Ze zijn de hele dag bezig om spullen over te laden en uit te delen aan andere teams, maar met drie man in een overvolle cabrio… Eentje zit er nu op de bagage op de achterbank, waardoor zijn hoofd tot boven de rolbeugel uitsteekt. Dat heeft twee nadelen: ten eerste kan het dak dus niet meer dicht en ten tweede zit hij dus in de volle rijwind, dus in het stof. Hij heeft een sneeuwbril en een touareg op, maar of het echt zal helpen…

Toeristisch rondje

We gaan met de gids die we gisteren vanaf de grens hebben meegenomen een rondje rijden om de omgeving te bekijken. Ik durf het aan, maar ben toch niet helemaal blij zo’n eind van een toilet af te zijn. We komen na een kort tochtje aan op een vrijwel verlaten strand, waar een stuk of twintig scheepswrakken zijn aangespoeld. Totaal verroest, in verschillende staten van ontbinding en wat de schepen kwijtraken spoelt aan op het strand.  Op het strand staan twee teams van vissers die bezig zijn om de netten binnen te halen. Deze zijn een stuk verderop in het water uitgezet door banaan-achtige houten boten, met een lange lijn trekken ze de netten nu de kant op om te kijken wat ze hebben gevangen. Een aantal AD-Challengers gaan meehelpen, meer voor een leuke foto dan iets anders gok ik. Ik zorg voor de foto’s, mijn spiegelreflex mag eindelijk weer eens uit de dubbele stofvrije verpakking en ik denk dat ik een aantal mooie foto’s heb kunnen maken. De vissers blijken een goede vangst te hebben, we hebben alleen geen idee of dat normaal is of niet; aan hun gezichten is het niet af te lezen en verstaan doen we ze ook niet! De netten worden opengegooid en de
De gids heeft ondertussen in een klein kuiltje in het strand met een paar kooltjes een piepklein vuurtje gemaakt en daar staat nu een nog kleiner poppenhuis-achtig theeketeltje op de borrelen. En alsof dat nog niet genoeg is, krijgt de beste man het toch voor elkaar om een kop thee te geven aan iedereen die maar wil! OK, het duurt even… maar het lukt wel!Om op het strand te komen hebben we een klein stukje door het zand gereden, de rest hebben we gelopen. Nu iedereen een beetje uitgekeken is op de vissers zien we eigenlijk één groot speelterrein van zo’n 100 meter breed en kilometers lang… het strand! De Toyota’s van Team Aanleg 1 en 2 worden opgehaald, net als twee Isuzu’s en uiteraard halen wij onze Suzuki, Harold heeft niet voor niets jaren over het strand gestuiterd in de LDT-races en hij wil graag weer even spelen. Ik ook.. maar hij mag eerst even. Na een paar minuten heeft team Aanleg het voor elkaar om een Landcruiser vast te zetten op een vlak strand, op zich best een prestatie. Ze wilden weten of ze ook nog weg zouden komen als ze de auto op de enige richel die er is stil te zetten. Logischerwijs niet… het is nogal rul zand! Wij pakken het gedoneerde kinetische sleeplint weer uit de achterbak en trekken moeiteloos de Landcruiser los, waarna het even stil is bij Team Aanleg. De Suzuki van 1 ton trekt de Landcruiser (zeker 2 ton) los? Sorry? Het blijft leuk om dit soort reacties te zien, ik geniet er steeds weer van. Ik speel ook even een paar minuten op het strand met verschillende passagiers, ze staan waarschijnlijk doodsangsten uit maar ik heb lol. Een van de Isuzu’s (de grijze benzine uitvoering) heeft problemen met de lage gearing, maar als ik even een rondje rijd merk je er binnen niets van. Massa’s trekkracht en door de goede geluidsisolatie hoor je bijna niets van het gekraak van de tussenbak. Er is echter iets serieus mis en ze zullen niet mee kunnen op de Extreme Route. Daar zijn ze ook niet voor gekeurd, maar toch.
Als de gids eindelijk klaar is met thee drinken wil hij ons meenemen naar een ander mooi punt op dit schiereiland, maar eigenlijk wil ik naar een mooi punt dat ik al ken, dus rijden we terug naar de camping en hang ik al snel weer gehurkt boven een gat in de grond.Na de lunch gaan we maar eens boodschappen doen, morgen beginnen we aan de Extreme Route en we moeten voor 5 dagen alles bij ons hebben. Alle jerrycans zijn al gevuld en de auto zucht onder het gewicht van 120 liter benzine (4 jerrycans van 20 liter en de tank van 40 liter) en 60 liter water, naast onze bagage en boodschappen.Tot ieders verbazing gaat ineens de telefoon van de gids en komt hij naar Leonie toe met de mededeling dat hij Arthur aan de lijn heeft. Even ter informatie: dat is de organisator van deze reis of liever: dat is de man die het inschrijfgeld heeft geïnd. Over het ‘organiseren’ is discussie, maar laten we dat onderwerp hier niet aansnijden. Hij heeft alleen verontrustend nieuws,  hij is net terug van de Extreme Route met groep 1 en de conclusies zijn hard. Extreem betekent ZEER extreem. Welke maatregelen hij gaat treffen is nog niet duidelijk, maar een ding is belangrijk: er is onderweg geen diesel of benzine te vinden. Alles is uitverkocht. Het advies: zorg voor 40 liter extra om zeker te weten dat je de volgende pomp bereikt. Maar nu heeft iedereen een probleem… 40 liter extra meenemen is niet zo erg, maar waar stop je het in? Alle jerrycans zijn al vol… Daarnaast geeft hij ons nog mee dat hij de hele nacht gaat doorrijden om weer op tijd aanwezig te zijn voordat we vertrekken en dat hij voor de gidsen zal zorgen. Dat is erg jammer voor Team Panic Goose (zoals we ze ondertussen zijn gaan noemen) die ondertussen al een eigen gids hadden geregeld… EN betaald!Om het benzine probleem op te lossen ruilen we onze laatste 2 blikjes bier in tegen de laatste jerrycan van Team Tata, dat is vast 20 liter. De andere 20 liter is lastiger, maar na elkaar een paar minuten stilzwijgend in de ogen te hebben gestaard kunnen we echt niets anders verzinnen: we offeren een waterjerrycan op om daar dan maar benzine in te doen. Water is mogelijk wel te krijgen, maar we zijn de enige auto in de extreme route die op BENZINE rijdt… Even lenen is er dus niet bij!

Als alle voorbereidingen klaar zijn hebben we echt vrij en gaan we in deze gruwelijke hitte (in de zon zal het een graad of 40 zijn, in de schaduw 30) even een wandelen naar het internetcafé dat we bij het boodschappen doen gezien hebben.

Internetcafé:

Via Mail, 21/11/2006 16h32
Hallo westerse wereld!
Hier weer een berichtje uit de derde wereld, want zo mogen we het hier toch wel ondertussen noemen. We zitten nu in Mauritanië, in de stad Nouâdhibou, en ik hoop dat ik het goed spel. We hebben hier de tweede rustdag en eerlijk gezegd gaat het hier prima, op mijn darmflora na. Binnen onze groep hebben we het in verschillende gradaties ingedeeld, ik zit in alarmfase 3, afgelopen nacht even fase 4. Om het smakelijk te houden zal ik de onderverdeling niet uitleggen, maar toen ik met fase 4 in de douche boven het putje hing ging het luchtalarm af. Dat bleek alleen de minarette te zijn die opriep voor het ochtendgebed. Bedankt voor de tips, ik heb ze net zitten lezen en ik volgde ze allemaal al op voordat ik ze las!
Zoals jullie al begrijpen hebben we weer een internetcafé gevonden, met dezelfde rare toetsenborden, maar het went snel. Harold en ik zitten nu tegenover elkaar een bericht te typen, zonder van elkaar te weten wat we typen. Altijd leuk om weer terug te lezen!!
Gisteren zijn we de grens overgegaan van Marokko naar Mauritanië, wat tot onze verbazing weer een cultuurshock opleverde. In Marokko is alles oud en versleten, zagen we ezelkarren en versleten mercedes-busjes die tot 5 meter hoog waren opgestapeld met koeien en geiten. Hier is zo’n busje een droomwens. De ezelkarren zijn al een luxe die veel mensen zich niet kunnen permitteren en ramen of deuren in de huizen zijn slechts sporadisch aanwezig. De douane was weer een belevenis, aan de Marokkaanse kant liep het redelijk vloeiend en waren we binnen een half uur klaar. Daarna kwam het stuk niemandsland waar we onder begeleiding doorheen moesten, het ligt er schijnbaar vol met
mijnenvelden. We hebben het maar niet uitgetest… In Europa hadden we een aantal jaar geleden ook nog wel stukjes niemandsland, maar dan kon je de andere grens al zien liggen en de snelweg liep gewoon door. Hier is niemandsland ook precies dat. Niets. Geen weg, geen pad, geen karrenspoor, niets. Zoek het uit. Vreemd was wel het bordje ‘pas op: scherpe bocht’ terwijl we met 2km/uur aan kwamen stuiteren. De douaneposten aan de andere kant waren houten hutjes met karton aan de
binnenkant om het tochten tegen te gaan. Een kalender van 2003 aan de muur, stroom en water niet aanwezig. Het grenswisselkantoor was een vergane caravan waar we maar beter geen geld konden wisselen en 4 politie- douane- en militaire posten (en 2,5 uur) verder mochten we weer door. Een van de auto’s had een gids in de auto gepropt ( geen stoelen over) en die begeleidde ons naar de camping midden in de stad. De stad is erger dan ik ooit op CNN gezien heb, een kapot geschoten stad in Irak is luxe vergeleken met wat we hier aantreffen. Het mooie eraan is dat de gemeente wel bezig is met kabeltelevisie en 1/3 van de bevolking heeft een mobiel abonnement. Maar vering onder de ezelkar is te duur!
De camping is een betonnen zandbak met iets te hoge muren en een overschot aan zwarte mannetjes die ons van alles en nog wat willen aanbieden. Geld wisselen is gewoon onderhandelen, als je lang genoeg met je hoofd schud wordt de koers vanzelf gunstiger. Na wat rekenwerk blijkt 1 euro ongeveer hetzelfde te zijn als 320 lokaal wc-papier, de kleinere coupures zien eruit alsof ze op die manier al jaren in roulatie zijn en nu aan ons worden verkocht. Gelukkig accepteren ze het in de winkels gewoon nog.
Uit veiligheidsoverwegingen slapen we weer gewoon in de auto, we willen het risico niet lopen dat de auto ’s ochtends leeg is. Vandaag zijn er wat verontrustende berichten over de extreme route, we
moeten ineens meer benzine meenemen. Helaas heeft het team TaTaPower moeten afhaken met een kapotte versnellingsbak, het is een aluminiumlegering en dat kunnen ze hier niet repareren. Uiteraard zal hun auto over een paar dagen met een zwaailamp op het dak en een andere motor rondrijden als politieauto ofzo, maar zij kunnen niet verder. Ze hebben de belangrijkste spullen overgeladen in andere auto’s en rijden door. Bikkels zijn het!! Voordeeltje voor ons is dat ze dus ook hun jerrycans niet meer nodig hebben en we mogen in ruil voor onze allerlaatste twee blikjes Jupiler-bier en een pakket fourage-voer een van hun jerrycans meenemen.
Morgenochtend vertrekken we naar Atar, waar we over 2 dagen aankomen. GSM hebben we niet, GPS wel. We slaan alle waypoints op en ik baal dat ik dat ding niet even meegenomen heb naar dit café. Nu moeten jullie zelf maar even zoeken op Google… sorry!
De komende dagen zullen erg lastig gaan worden voor veel teams, wij zijn de enigen met terreinervaring en dat was vandaag op het strand wel te merken. We waren even spelen, maar de grote sterke jongens moesten weer losgetrokken worden door dat witte vlieggewicht… We sarren ze een beetje, maar het blijft leuk om mensen met grote ogen te zien kijken naar wat we kunnen met dit ding!
Ik nok af, mijn tijd is op.
Tot over een paar dagen, als we ontvangst hebben SMS-en we weer!!!
Groeten,
Arjan & Harold
Hoewel we voornamelijk in de schaduw van gebouwen proberen te blijven is de korte wandeling van het internetcafé naar de camping slopend.
Terug op het strand krijgen we te horen dat er gezwommen & gevoetbald gaat worden op het strand vlakbij, dus snel een zwembroek aan, Axe douchegel & handdoek mee en erachteraan. De zee is waarschijnlijk schoner dan de douche op dit moment…

Het vissersdorp

Als we aankomen bij de poort naast de fabriek die ons toegang moet geven tot het strand wordt deze pal voor mijn neus dichtgegooid… de werkdag is afgelopen, dus het strand is ook dicht! Een paar lokale jongens weten een andere route en we lopen met hun door het vissersdorp naast de fabriek. Een gebied zo groot als twee voetbalvelden staat bomvol met kleine houten hutjes vol met vissersspullen. Boeien worden ter plekke gemaakt van piepschuim, oude jerrycans en oliedrums. Kilometers van topkwaliteit vislijn en geslagen touw ligt opgeslagen om verwerkt te worden tot visnetten, lijnen, etc, etc.
We moeten met onze slippertjes wel opletten waar we lopen, er ligt van alles op de grond en ik wil niet altijd weten wat het is… of wat het was. Hoog op het strand getrokken ligt de ‘vloot’ van Nouâdhibou, 10 tot 15 meter lange houten schepen van zo’n 1,5 meter breed. Overnaads gebouwd met lange spijkers die dwars door de huid heen steken. Waarom ze die dingen niet even platgeslagen hebben is me een raadsel, ik heb nog geen visser met schoenen gezien en die dingen kunnen niet prettig aanvoelen! De schepen zijn in verschillende staten van ontbinding, maar ze worden overduidelijk nog gewoon gebruikt. De lijnen om ze het water in te trekken zitten er nog aan vast, het moet een enorme klus zijn. Het strand zelf is adembenemend. Ik heb nog nooit zoiets gezien, het is geen mooi wit tropisch strand, geen wuivende palmbomen of wat voor ansichtkaart dan ook. Het is een industrie in ontbinding. Restanten van rottende, afgebroken meerpalen, dobberende kreeftenkooien net achter de branding, kleurig geschilderde vissersboten zowel op het strand als in zee, het smalle strand heeft meer functie dan ik ooit gezien heb. De zakkende zon geeft het geheel een surrealistisch schijnsel en ik staar een paar minuten naar de zee.De zee is dan wel schitterend, maar het geheel nodigt niet uit om te gaan badderen met de Axe douchegel. Mark, Chris & Ricky gaan voetballen met de lokale koters die ogen als schoteltjes hebben als Mark hun lederen voetbal tevoorschijn halen. Ik doe niet mee, ik voel me nog niet echt stevig op mijn voeten en dan gaan rennen op een scheef strand… ik wil morgen gewoon kunnen rijden en met een verzwikte enkel wordt dat niets! We halen Chris en Mark over om hun bal aan de kinderen te geven, ze krijgen dan wel een bal van ons. Wij hebben er nog een stuk of 8 in de auto liggen, we kunnen het missen.
De auto van team Tata is ondertussen achtergelaten en overgeschreven aan de douane, de eigenlijke eigenaren zijn al vertrokken. Een lokale idioot is druk bezig om alle stickers eraf te trekken en op zijn eigen wrak van een Nissan Patrol te plakken. Alleen kan hij waarschijnlijk niet lezen, waardoor een paar stickers ondersteboven op zijn auto komen en alle stickers zitten er gekreukeld op. De idioot gaat helemaal uit zijn bol als hij van andere teams rollen verpakkingstape krijgt, die hij helemaal op zijn auto plakt. Er wordt een enorme luchthapper op de motorkap geplakt (het is eigenlijk een halve emmer, maar hij vindt alles geweldig) en steeds meer mensen helpen om zijn wrak te pimpen.Wij pakken ondertussen de auto opnieuw in, we willen het gewicht van het water en de benzine zoveel mogelijk in het midden van de auto hebben. Ondertussen komen we steeds weer de enorme bult toiletrollen tegen, kleding die we al dagen niet aan hebben gehad en nog wat spulletjes… en ik ben het zat. Ik gooi alles op een grote hoop –met toestemming van Harold uiteraard- en roep de eerste de beste lokale koter erbij. Hij mag alles hebben, onder voorwaarde dat alles binnen 2 minuten weg is. Hij kijkt met vuur in zijn ogen naar de grote bult oude vodden en vraagt nog even voor de zekerheid of al die tissues er ook bij horen. Ja, het toiletpapier is ook voor jou en je hebt nog 1,5 minuut. Ondanks de taalbarrière snapt hij me donders goed en binnen een minuut is alles weg.Op de camping maken we er een gezellige avond van met de ‘familie’, het is de laatste avond dat we in deze samenstelling zullen zijn. Morgen gaan Sander, Henryk en Ricky niet mee op de Extreme Route waardoor we ze pas weer in Banjul zullen terugzien. De sfeer is goed, er is ook niets te treuren want we hebben een toptijd gehad. Het zal alleen vanaf morgen allemaal anders zijn, meer niet.
We eten met zijn allen pannenkoeken en de chaos is weer zoals iedere avond iedereen doet wel iets, niets is van te voren afgesproken en uiteindelijk komt het allemaal goed. Top.

Na het eten worden we eraan herinnert waarom er zoveel slechte verhalen over deze camping zijn: de fabriek in de stad begint met het verbranden van kamelen. Geen idee of dat echt waar is en waarom ze dat dan doen, maar het stinkt in ieder geval enorm, we worden er serieus onpasselijk van. Niet normaal, wat een lucht. We proberen gewoon door te gaan met normale dingen, maar we komen niet eens meer aan een normaal gesprek toe, we staan continu naar lucht te happen of onze adem in te houden als er weer een nieuwe walm in onze neus komt. We gaan maar vroeg naar bed, morgen wordt het toch een lange dag.

<<Dag 10<< Voorblad Dagboek >>Dag 12>>
Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s